Opiniestuk door Mathias Declerck, verantwoordelijk voor kernversterking, sector- en marktonderzoek binnen CityD-WES
Het afgelopen jaar was een tumultueuze periode in het landschap van retail, horeca en diensten.
Ook op basis van de eerste maand van 2021 kunnen we nog niet spreken over definitieve perspectieven. Overheden en besturen, belangenorganisaties, onderzoeksinstellingen, consultancybedrijven,… allen zijn dagelijks bezig met het inschatten van onze toekomst om aan visievorming te doen. De mensen hebben houvast nodig, zoeken naar heldere krijtlijnen.
Maar eerlijk? Niemand weet waar we naar toe gaan.
Toch is er één woordje, één veel dekkend begrip, dat steevast als een paal boven water danst: ‘lokaal’. Heel de wereld lokaal. Vaak omdat we niet anders mogen, maar even vaak uit het toenemend besef welke keten aan positieve effecten een meer lokale (be)leefwereld met zich meebrengt. Van echte sociale contacten over duurzaamheid naar het (her)ontdekken van bijna vreemd geworden begrippen als kwaliteit & persoonlijk service. Die en(ig)e grote tegenpool ‘budget’ – lokaal kost iets meer dan globaal? – wordt bereidwillig ondergeschikt geplaatst. Meer en meer realiseert de consument zich dat ‘het kost iets meer’ op lange termijn eigenlijk ‘het mag in dat geval iets meer kosten’ wordt. En dat is eigenlijk wel terecht. Maar om ‘globaal’ nu volledig over boord te gooien en ‘lokaal’ ontegensprekelijk te romantiseren, dat is ook niet ok. Bouwen aan de juiste relaties en verbindingen, dat is nu meer dan ooit de boodschap.
Op niveau van steden en gemeenten wordt ‘lokaal’ doorgaans in één adem genoemd met ‘kernversterking’. Winkelhier! En hoewel we het concept van kernversterking – iemand in de mood voor beleving? – fantastisch vinden, stellen we vast dat de realisatie van een sterke kern al te vaak verkeerd aangepakt wordt. We zien harde en ingrijpende beslissingen, ingestuurd door semi-ontwikkelde of half onderbouwde visies. Volledige delen van centrumgebieden worden zonder uitleg uit kernafbakeningen gehaald en overgelaten aan het spel van de vrije markt, alle kleine (en soms grote) ruimtes in de winkelstraten worden plots omgetoverd tot bloemenzones. Soms met aanplanting van inheems groen, soms met de hoop dat bewoners ze zullen vullen en onderhouden. Elke stad of gemeente fabriceert plots een eigen identiteit, die bij voorkeur vooral marketingtechnisch goed klinkt. Delen van of volledige straten en pleinen worden autovrij gemaakt, ongeacht de impact. Eindeloze gesprekken met handelaars en ondernemers uit de binnenstad over parking en mobiliteit kleuren de interactieve workshops en leiden meestal tot compromissen waar geen enkele partij of realisatie baat bij heeft, maar waarbij vooral niets of niemand te veel mag ‘verliezen’. De nieuwe instrumenten gecreëerd in de schoot van het Decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid – het handboek voor de Vlaamse visie op detailhandel – zorgen voor ruimtelijke verankeringen die vooral een vastroestend beeld tot gevolg hebben en die te weinig rekening houden met de dynamiek & flexibiliteit die verwacht wordt vanuit de samenleving. En die woorden zijn net zo cruciaal.
We zijn van mening dat alle inspanningen (denktanken, participatie, tijdsbestedingen, budgetten) beter ingezet kunnen worden. Want dynamiek & flexibiliteit vragen niet één projectmatige inspanning. Ze vragen een continue inzet. Ze vereisen bovendien ook een duidelijke visie, een kader. Eéntje die écht onderbouwd is, ééntje die écht gedragen is, ééntje die écht toekomstbestendig is.
“Een visie ontstaat al te vaak op basis van een ideologisch wensbeeld van de administratie of het beleid. Een visie dient echter vorm te krijgen door aansluiting te zoeken met de verwachting van bezoeker, klant of inwoner”.
Kernversterking moet als muziek in de oren klinken. En muziek is opgebouwd uit ritme en straalt cadans uit. Om succesvol te bouwen aan een sterke kern, dient het ritme van de markt gevolgd te worden. Het ritme van inwoners en bezoekers, van ondernemers, van de consument, van de maatschappij. En dat is in wezen voor iedere stad of gemeente anders. Het hoofdverzorgingsgebied van een stad of gemeente is namelijk altijd anders opgebouwd en samengesteld.
De kaarten liggen in elke gemeente anders. Vraag je als lokaal bestuur af: voor welke muziek is onze consument klaar? Niet elke consument bezoekt de gemiddelde Vlaamse kern op een doorsnee dinsdag met de elektrische step, plugt deze in het zonnepaneelgestuurde laadstation, gaat even vertoeven op het terras van de barrista in de autovrije zone, doet vervolgens een paar authentieke winkels aan en rondt vervolgens af met een take-away van de plaatselijke topchef. Althans nu nog niet, althans niet met uitgesproken regelmaat.
Een sterke kern voldoet op elk moment aan de juiste behoeftes. Beethoven wanneer het moet, ACDC wanneer het kan, en een Arsenal aan tussenritmes omdat het de realiteit is.
Met de visie als basis, is de realisatie van alle juiste randvoorwaarden, het inbouwen van de nodige flexibiliteit en het continu voeling houden met het ritme van de markt misschien wel essentiëler dan het bereiken van een kunstmatig einddoel. En dat de muziek in de kern regelmatig hoogtepunten mag bereiken in de vorm van uitgesproken troeven en kwaliteiten, ook dat danst als een paal boven water!
Wil je meer weten over hoe je als lokaal bestuur kan bouwen aan een sterke kern? Neem dan contact op met CityD-WES via mathias.declerck@cityd-wes.be
Bekijk ook even onze referentieprojecten lokale economie.